21 maart 2012 zorg in de laatste levensfase
21 maart 2012 zorg in de laatste levensfase
ZORG IN DE LAATSTE LEVENSFASE ’THUIS’
Margreet van der Meer, coördinator van Stichting Leendert Vriel Enschede, geeft informatie over aanvullende hulp aan mensen in de laatste levensfase en hun naaste in de thuisituatie. MIJN NAAM IS MARGREET VAN DER MEERIk ben blij dat ik vanavond mag vertellen over het werk van Stichting Leendert Vriel Enschede. Het is fijn omdat we het belangrijk vinden dat iedereen weet wie we zijn en wat kunnen betekenen voor mensen in de laatste levens fase en na het verlies van een dierbare. Ook hoop ik mensen te kunnen inspireren zich aan te melden voor dit bijzondere vrijwilligerswerk. Iets over mijn achtergrond
Ik ben vroeger fysiotherapeute geweest . In die tijd heb ik jaren zwangerschapsbegeleiding gegeven. Op latere leeftijd ben ik de HBO V gaan doen. Aansluitend ben ik in 2006 als coördinator bij St Leendert Vriel begonnen. Dit werk doe ik samen met mijn collega Karin van der Keur. Zowel het begin als het einde zijn bijzondere momenten in het leven. Door mijn vorige werk en mijn huidige werk mag ik daar dichtbij zijn. Achtergrond van de palliatieve zorg
Voor de mensen die het woord palliatief niet kennen. We spreken van palliatieve zorg als genezing niet meer mogelijk is. Het hoofddoel van palliatieve zorg is het zorgen voor kwaliteit van leven. In de loop van de twintigste eeuw leidden wetenschappelijke en technische ontwikkelingen ertoe dat mensen in de laatste levensfase steeds meer werden opgenomen in ziekenhuizen en verpleeghuizen. De zorg van terminale patiënten werd overgenomen door beroepskrachten. De aandacht was tot het laatste moment gericht op behandeling waardoor het niet over het sterven en het einde ging. Hierdoor kwam sterven en dood steeds verder af te staan van het dagelijks leven. Leendert VrielIn 1971 krijgt Leendert Vriel te horen dat hij kanker heeft en daaraan zal overlijden. Hij geeft aan dat hij graag thuis wil sterven. Zijn vrouw Els Koldewijn is verpleegkundige . Zij probeert aan de wens van haar man tegemoet te komen. Het echtpaar krijgt hierbij hulp van familie, vrienden en collega’s. Els en haar man vinden het belangrijk dat het taboe op kanker en sterven wordt doorbroken. Ze komen in contact met een journalist van het Algemeen Dagblad. Deze journalist volgt de familie Vriel tijdens het ziekteproces. Hij schrijft daar ruim twee jaar columns over in de krant. In de columns wordt de naam Leendert Vriel gebruikt, een pseudoniem. Na de dood van Leendert Vriel erkent Els dat ze al die tijd met een angst geleefd heeft.In haar eigen woorden: “De angst dat ik mijn belofte aan hem niet zou kunnen volhouden was zo beklemmend dat ik dacht: Dit mag nooit meer iemand anders overkomen ”. Els praat hierover met lotgenoten in een rouwgroep, later ook met anderen. Dit heeft tot gevolg dat in 1980 Stichting Leendert Vriel Enschede wordt opgericht. De eerste Stichting die vrijwilligers inzet in de terminale fase. Daarmee is Els Koldewijn één van de grondleggers van de Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg in Nederland, afgekort VPTZ. Het initiatief in Enschede heeft veel navolging gekregen. Midden jaren 80 werd ook het eerste Hospice in Nederland geopend.Op dit moment zijn er in Nederland 210 organisaties aangesloten bij de landelijke vereniging VPTZ. 10.000 vrijwilligers zetten zich zowel thuis als in een Hospice in voor mensen in de laatste levensfase. Visie op Vrijwilligers Palliatieve Terminale ZorgDe zorg vanuit de vrijwilligersorganisaties is erop gericht om mensen in de laatste levensfase bij te staan met aandacht voor alle gevoelens die er kunnen zijn bij een naderend levenseinde. Deze zorg wordt geboden vanuit het idee dat elk mens uniek is en dat elk mens dus ook anders met de dood zal omgaan. Het sterven hoort bij het leven en hoewel ziekte eraan ten grondslag kan liggen, is het overlijden geen ziekte. Vrijwilligers kunnen hierbij aanvullend en ondersteunend zijn. Alleen al door de tijd te nemen en door aandacht en rust te tonen, wanneer gevoelens van angst, verdriet en onzekerheid naar buiten treden. In het stervensproces kan de zieke meestal terug vallen op familie of vrienden, de mantelzorgers. Maar in veel gevallen hebben deze zelf ook behoefte aan steun. Naast emotionele ondersteuning van de zieke en diens familie kan de vrijwilliger de nodige praktische zorg verlenen. Ook kunnen zij de mantelzorgers stimuleren om betrokken te blijven bij het proces van sterven en bij de zorgverlening. Uit de aanwezigheid van vrijwilligers kunnen de mantelzorgers weer nieuwe moed en energie putten. Missie
De bovengenoemde visie lijdt tot de missie van VPTZ: “Aan een ieder in de laatste levensfase en diens naasten bieden vrijwilligers, daar waar nodig, tijd, aandacht en ondersteuning”. LVE wil ook “er zijn” nadat afscheid is genomen van een dierbare. LVE organiseert daartoe rouwbegeleiding met behulp van vrijwilligers voor hen die daaraan behoefte hebben. Er is individuele rouwbegeleiding en er zijn gespreksgroepen voor mensen waarvan de partner is overleden. Wanneer kunnen vrijwilligers worden ingezet?Vrijwilligers kunnen in de terminale fase worden ingezet. De term terminaal wordt voornamelijk gebruikt voor patiënten die spoedig aan een ongeneeslijke aandoening gaan overlijden. De terminale fase is volgens de definitie de laatste 3 maanden van het leven. Het is moeilijk het begin van de laatste 3 maanden vooraf te bepalen. Een richtlijn daarbij is het moment dat zieke niet meer alleen kan zijn. Dan is eigenlijk 24-uurs zorg nodig. De zorg kan dan zwaar worden voor de familie, zeker als er weinig familie is of als familie ver weg woont. De ondersteuning van vrijwilligers kan zijn voor 1 of meer dagdelen en/of voor 1 of enkele nachten. Door het tijdelijk overdragen van de zorg aan een vrijwilliger kan de familie op krachten komen. Dit is belangrijk om de zorg tot het einde vol te kunnen houden. Vrijwilligers die ’s nachts waken, waken 1 nacht per week. Als er meerdere nachten ondersteuning nodig is dan worden er meerdere vrijwilligers ingezet. Aan dezelfde vrijwilligers wordt dan wel gevraagd of ze de weken daarna bij de zelfde hulpvrager ingezet kunnen worden. Soms kunnen we al in een eerder stadium ingeroepen worden voor het geven van emotionele ondersteuning. Hoe kan ondersteuning gevraagd worden?De ondersteuning kan door iedereen aangevraagd worden: de zieke, de familie of door professionals. Dat kan telefonisch of via de mail. Na de aanvraag maakt de coördinator een afspraak voor een huisbezoek. Als de vraag duidelijk is wordt een passende inzet georganiseerd. Het is daarbij belangrijk dat zowel de hulpvragers als de vrijwilligers zich prettig voelen bij het contact.
| ||
terug | ||
Coventrygebed weer in De Wonne
04-10-2024
om
13:15 uur
meer details